De dichter Martin Reints over HOME in De Groene Amsterdammer

De Groene Amsterdammer

Cyriaque Kouenou: ‘Dank voor uw komst, meneer Ramon. De eerste vraag die ik u wil stellen: waarom hebt u Europa verlaten voor Afrika? Wat is de reden van uw komst?’

door Martin Reints

 09-02-2015

 

Ramón Gieling: ‘Waarom ik naar Afrika ben gekomen? Ik wil geld verdienen. En als het kan, zou ik hier, hoe heet dat, een bedrijf willen opzetten. Om films te produceren.’
Kouenou: ‘Immigratie dus. Weet u wat immigratie is?’
Gieling: ‘Nee.’

Het begin van Gielings film Home: de rollen zijn omgedraaid. De zanger Kouenou, van Ivoorkust naar Nederland gevlucht, speelt een immigratieambtenaar. De filmer en schrijver Gieling speelt iemand die Afrika probeert binnen te komen.

Kouenou: ‘U weet niet wat dat is? De immigratie is gebaseerd op de natuur. De vogels, de insecten zijn immigranten. De wind die blaast en die wij inademen, is een immigrant die van het zuiden naar het noorden trekt. Dus welkom, meneer Ramon. Dank voor uw komst naar Afrika. Onze deuren staan voor u open.’

Vorige week werd Home op de televisie uitgezonden door Human. Walter van der Kooi heeft de uitzending in De Groene aangekondigd. Kouenou is een van de 120 Afrikaanse vluchtelingen die in het tentenkamp in Osdorp bivakkeerden, vervolgens onderdak vonden in een vluchtkerk, daarna in een kantoorgebouw in Slotervaart, vervolgens tegenover het Rijksmuseum, en nu weer in Slotervaart. Hij heeft geen verblijfsvergunning gekregen, maar hij mag ook niet worden teruggestuurd.

Gieling was getroffen door de surrealistische aanblik van het tentenkamp tussen de flatgebouwen. Hij raakte geboeid door de persoonlijkheid van Kouenou, en maakte de filosofische muzikant tot hoofdpersoon van zijn film. Geen reportage voor een actualiteitenrubriek, en eigenlijk is het ook niet echt een documentaire. Zo’n rollenspel met de Afrikaan als ambtenaar en de filmer als asielzoeker is al behoorlijk verwarrend. De film is bovendien opgebouwd als een verhaal met hoofdstukken die worden aangekondigd alsof het om een archaïsche roman gaat: ‘Hoofdstuk 2, waarin de zingende vagebond Cyriaque Kouenou zijn reis vervolgt, een muzikale kans krijgt en zijn ondankbare verleden zal onthullen.’ Of: ‘Hoofdstuk 5, waarin het einde van de onfortuinlijke reis van profeet Cyriaque Kouenou in Nederland onafwendbaar lijkt.’

Gieling kan prachtig de wetten van de genres negeren. In zijn verhalenbundel De hoofdletter pijn heeft hij het over de geboorteplaats van Frederico García Lorca, in de buurt van Granada vlak bij de snelweg naar Málaga. En dan schrijft hij, alsof het even geen verhaal maar een mailtje aan de lezer is: ‘Als je er ooit naartoe wilt: neem de afslag Láchar.’

Gieling is een surrealist. Hij gebruikt zijn documentaire films niet om uit te leggen hoe de werkelijkheid kan worden verklaard, maar juist om in beeld te brengen hoe merkwaardig, onvoorspelbaar en raadselachtig de wereld is. In een gesprek met Wim Brands zei hij over zijn film About Canto: ‘Kijk, je moet oog hebben voor de werkelijkheid, je moet houden van de werkelijkheid, om te kunnen ontdekken dat die werkelijkheid krankzinnig is. En dat hij onbevattelijk soms is.’

Kouenou loopt over straat, langs de etalages, staat stil bij een huisdeur en pakt een sleutel. Is in een woning aan het stofzuigen, maakt een wc-bril schoon, maakt een bed op. Onder deze beelden dit gesprek:
‘Meneer Ramon, ik zou u om een gunst willen vragen. Als het mogelijk is voor u, jegens mij. Ten eerste: ik zou graag een internationale advocaat willen bezoeken.’
‘Bedoel je dat ik een internationale advocaat moet betalen? Ik zou het wel willen, maar…’
‘U kunt het niet. Het gaat uw macht te boven. Dan heb ik nog een vraag, als die internationale advocaat niet lukt. We hebben het gehad over de problemen met de productie van mijn cd. Zou u niet willen investeren in een album?’
‘Cyriaque, dat geld heb ik niet. Maar je kan twee keer per week bij me schoonmaken. Ik betaal je zes euro per uur.’

Een scène die groot ongemak teweegbrengt. Jean-Pierre Geelen vroeg zich in de Volkskrant af: ‘Was dit een aanklacht, of weer een rollenspel?’ Walter van der Kooi schreef: ‘Is dit een grap of om te huilen? Of klaagt Gieling langs deze hem onsympathieke weg uitbuiting van illegalen aan?’

Het is een ongemak dat je meestal bespaard blijft als het op de televisie over asielzoekers gaat. Eerst schrok ik van Gielings voorstel om te komen schoonmaken. Daarna schrok ik nog een keer, van het voorgestelde uurloon. Zes euro is wel erg weinig. Maar wat zou redelijk zijn? Een tientje? Twintig euro? En waarom niet vijftig, of honderd? Ik zeg maar wat. Wat voor opvattingen, maatstaven en praktische middelen staan ons ter beschikking?

In een gesprekje op de radio zei Gieling dat zijn film geen aanklacht is. Hij wil met zulk soort scènes de dubbelzinnigheid laten zien: je kunt helpen, maar daar is een grens aan. In de jaren dat hij de groep Afrikanen volgde zag hij veel vrijwilligers één voor één afhaken. En zelf moest hij ook een eind maken aan zijn project: ‘Cyriaque, dit is misschien het laatste gesprek dat we voeren. Als de film klaar is komt er een moment dat we afscheid moeten nemen.’

Een van de motto’s die Gieling zijn verhalenbundel De hoofdletter pijn gaf, is een citaat van Samuel Beckett: ‘Iets gaat zijn gang.’ Dat had ook een motto voor deze film kunnen zijn.

 

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s